De eerste zitting bekkenfysiotherapie bestaat uit een vraaggesprek om uw problemen goed in kaart te kunnen brengen, uitleg over het ontstaan en de gevolgen van de klacht en het uitleggen van het bekkenfysiotherapeutisch lichamelijk onderzoek. De bekkenfysiotherapeut gebruikt de gegevens van de gynaecoloog, uroloog en incontinentieverpleegkundige maar zal vanuit haar eigen specifieke deskundigheid een aantal aanvullende vragen hebben. Mogelijk wordt u gevraagd een plas- of ontlastingsdagboekje bij te houden om goed zicht te krijgen op de mate van incontinentie.
Tijdens de tweede of derde zitting kan het zijn dat de bekkenfysiotherapeut het nodig acht een lichamelijk onderzoek uitvoeren. Dit is waarschijnlijk heel anders als u van een ‘gewone’ fysiotherapeut gewend bent. Een bekkenfysiotherapeut is speciaal opgeleid om een inwendig onderzoek te doen. Niet een onderzoek zoals de gynaecoloog of uroloog dat doet maar een inwendig onderzoek dat erop gericht is het functioneren van het bekken, de bekkenbanden en de bekkenbodem helder te maken.
Wanneer u bezwaar heeft tegen dit onderzoek kunt u dit kenbaar maken en zal de bekkenfysiotherapeut met u zoeken naar andere (voor u minder belastende) mogelijkheden uw bekken en bekkenbodem te onderzoeken.
Na afloop van het onderzoek worden de bevindingen met u besproken.
Daarna kan de bekkenfysiotherapeut besluiten een myofeedonderzoek of een onderzoek met de rectale oefenballon uit te voeren.
Onderzoek met behulp van myofeedback
Myo is het Latijnse woord voor spier. Myofeedback wil zeggen dat men informatie krijgt over dat wat de spier doet. Bij een myofeedbackonderzoek en / of –behandeling wordt een probe in de vagina of in de anus gebracht om de activiteit van uw bekkenbodemspieren te meten. Op een computerscherm zult u een curve zien verschijnen die datgene dat u met uw bekkenspieren doet, zal weergeven. Zo kunt u zelf ook volgen en controleren wat uw bekkenbodemspieren doen.
Na afloop van het onderzoek zal de bekkenfysiotherapeut alles met u bespreken. Het myofeedback-apparaat pakt alleen de activiteit op die u zelf uitvoert. Het apparaat geeft geen stroom. Een myofeedback-onderzoek dient pijnloos te verlopen. Mocht u toch pijn voelen of mocht u het onderzoek toch vervelend vinden, dan kunt u het altijd laten stoppen. De probes zijn zo gevormd dat ze goed aangepast zijn aan de betreffende lichaamsholte. Bij de meeste mensen kunnen ze probleemloos gebruikt worden.
Onderzoek met de rectale oefenballon
Het onderzoek met een rectale oefenballon wordt met name uitgevoerd bij mensen met ontlastingsproblemen zoals ongewild verlies van ontlasting of obstipatie. Bij dit onderzoek wordt een kleine ballon op een voerdraad in de endeldarm gebracht. De voerdraad is verbonden met een spuit. Via deze spuit wordt lucht in de ballon geblazen. Hiermee wordt de vulling van de endeldarm nagebootst.
Met dit onderzoek krijgt de bekkenfysiotherapeut informatie over de gevoeligheid van de endeldarm (wanneer voelt u voor het eerst de vulling, wanneer zou u naar het toilet gaan) en de capaciteit van de endeldarm ( met hoeveel lucht kan de ballon gevuld worden voor u deze verliest of heftige drang voelt).
Onderzoek met de echo
Om een goed beeld te krijgen van de vulling en lediging van de blaas, werken wij met echografie. Naast de functie van de blaas kunnen we ook verzakkingen en de functie van de bekkenbodemspieren beoordelen.
Bij bekkenpijn of lage rugpijn kunnen we met echografie de functie van de core-spieren in beeld brengen en daarmee een op maat gemaakt behamndelplan maken.
Uroflowmetrie of plasstraalmeting
Om te kunnen zien hoe het plassen verloopt maken wij gebruik van de uroflow. Hiermee kunnen wij precies analyseren hoe sterk de straal is, of de straal niet onderbroken wordt en hoelang het plassen duurt. Daarna wordt ereen echo gemaakt om te zien of de blaas leeg is.